In het begin van dit schooljaar is mij iets overkomen wat ik nog nooit heb meegemaakt. Tijdens één van de lessen, die ik gaf in het voortgezet onderwijs, bespraken we de scheppingsdagen. Toen we de teksten aan uit Genesis 1 aan het lezen waren, werd ik gegrepen door wat we lezen in vers 14. Daar zien we dat God de hemellichamen schept, maar dat niet alleen, want als je dit goed leest, dan schept Hij hier de tijd. Dit raakte me en heeft mij aan het denken gezet. Want als Hij de tijd schept, wat gebeurt er dan met de tijd. Aan het eind van de Bijbel in de laatste verzen van het boek Openbaring zien we dat er in de nieuwe hemel en op de nieuwe aarde geen zon meer zal zijn, omdat God ons verlichten zal. Dat is niet het enige, want er zal ook geen nacht meer zijn. Als de nacht verdwijnt, dan verdwijnt ook de tijd. Als je dit gaat doordenken, kom je tot de conclusie dat er veel dingen in de Bijbel op de plaats vallen. Dit heeft wel gemaakt dat ik de laatste maanden veel meer van God heb ontdekt. Hij heeft zich door de Bijbel zo aan mij onthuld dat ik tot de ontdekking ben gekomen dat Hij vele malen groter is dan ik ooit had kunnen denken.
Dus ik heb meer ontdekt, ik begrijp meer dan voorheen, maar wat ik zeker ook begrijp is dat Hij nog groter is dan ik ooit heb kunnen denken.
Wat mogen we een grote God dienen.